Hoe zorg je ervoor dat anderstalige kinderen op school vlot en graag Nederlands leren? Dat was de kernvraag binnen het onderzoeksproject taalCULTuur van de Hogeschool PXL, opgestart in 2014. Drie jaar later geeft een gloednieuwe boek “Vertaalde verbeelding” de antwoorden.
Dat de provincie Limburg door haar mijnverleden heel wat anderstaligen telt, is algemeen bekend. Net als het feit dat een zwakkere taalbeheersing van het Nederlands nadelig is voor je slaagkansen in je latere schoolloopbaan. De afgelopen jaren kwamen heel wat anderstalige vluchtelingenkinderen in onze contreien terecht, wat sowieso z'n impact had op ons NT2-onderwijs: de schooltaal Nederlands als tweede taal in meertalige klassen. Veel scholen voelen zich nog steeds gevangen tussen een klassiek eentalig onderwijsbeleid en een almaar meer meertalige onderwijspraktijk.
In 2014 gingen Karen Reekmans, Kris Nauwelaerts en Catherine Roden, PXL-onderzoekers binnen het project taalCULTuur en trotse auteurs van het boek Vertaalde verbeelding: muzische inspiratie voor taalstimulering in de meertalige klas (Garant, 2017) de uitdaging aan om in een uniek partnerschap tussen de lerarenopleidingen en de opleidingen pop- en rockmuziek en beeldende kunsten van Hogeschool PXL na te gaan hoe actief leren met muziek en beeld anderstalige nieuwkomers kan helpen om Nederlands te leren.
Muzikale en visuele expressie
Hoe maak je Nederlands leren op school zo aantrekkelijk mogelijk voor anderstalige nieuwkomers? Door te werken met beelden en muziek, zo blijkt. Vaak komen kinderen via verschillende wegen tot eenzelfde oplossing. Wanneer ze experimenteren met muziek of als ze nieuwe materialen en technieken uitproberen om hun werk vorm te geven, doorlopen ze een vergelijkbaar proces. Door met al hun zintuigen hun omgeving te observeren, ontdekken ze nieuwe mogelijkheden. Bovendien prikkelen beelden de fantasie van de kinderen. ‘Moedig kinderen aan om in hun tekening elementen van hun eigen cultuur te verwerken en zet in op wat verbindt. Dit stimuleert de groei naar een open en tolerante houding’, aldus Kris Nauwelaerts, PXL-MAD. ‘Beelden spreken meer dan woorden en nodigen uit tot taalspel. Wanneer je het woord ‘neus’ aanleert, zou je ook eens een oor kunnen tekenen op de plaats van een neus.’
Taal leren met je zintuigen
Voor één van onze workshops zijn we vertrokken van lichaamspercussie. Je laat kinderen muziek maken met hun hele lichaam: in hun handen klappen, met de vingers knippen, met de voeten schuiven, noem maar op. Daar zijn heel wat variaties op te bedenken en door met muzische werkvormen te spelen, vormen je kinderen uiteindelijk een miniorkest. Als je dan nog een stap verder gaat, laat je dat orkestje zijn eigen partituren maken. Elk kind schildert dan op een kaartje een beeld dat het associeert met het geluid dat het juist gemaakt heeft en die kaartjes worden in een bepaalde volgorde gelegd. En zo groeit er echt iets wonderlijks: als de kinderen de partituurkaartjes in een andere volgorde leggen, levert dat een volledig nieuwe verklanking - een nieuwe uitvoering - op, ze helpen elkaar, beginnen te variëren en gebruiken ook voortdurend Nederlandse woorden om klanken en lichaamsdelen te benoemen. Op die manier krijg je echt een les waarin muziek, beeld en taal in elkaar overvloeien. Dit type onderwijs ook veel democratischer, omdat je tegelijkertijd verschillende leerstijlen aanspreekt: sommige kinderen zijn sterk visueel ingesteld, andere eerder muzisch, nog andere cognitief. Door tegelijkertijd met meerdere sporen te werken, voelt geen enkel kind zich uitgesloten en boek je meer leerwinst.
Thuistaal: verboden te verbieden
Kinderen hebben een natuurlijke drang om te communiceren over nieuwe dingen die ze zelf hebben ontdekt of gecreëerd: een uitgelezen moment om taal aan te leren. De uitdaging bestaat erin kinderen nieuwe woorden aan te bieden die ze meteen kunnen gebruiken. Ze kunnen met beelden en gebaren iets aan elkaar duidelijk maken wat ze met woorden nog niet kunnen uitdrukken. Het is een grote valkuil om te denken dat kinderen die de schooltaal onvoldoende beheersen, ook inhoudelijk zwakker zijn. Het is niet omdat je iets niet onder woorden kan brengen, dat je het niet kan. ‘Hoe beter een kind de thuistaal beheerst, hoe vlotter de taalverwerving van andere talen verloopt.
De sfeer op school is heel belangrijk: een school kan kinderen maken of kraken. Absolute topvereiste is het veiligheidsgevoel van de nieuwe kinderen. Vluchtelingenkinderen hebben doorgaans heel veel meegemaakt en komen maar los als ze zich veilig en geaccepteerd voelen. Probeer contact met hen te maken, maar forceer hen ook niet: geef hen de tijd om zich aan te passen. Ook belangrijk: heb respect voor hun thuistaal. Sommige scholen eisen dat er van 's morgens tot 's avonds Nederlands gesproken wordt en verbieden kinderen op school hun thuistaal te gebruiken. Op die manier dwing je hen zich te uiten in een nieuwe taal, wat echt heel moeilijk is. Je neemt hen zo niet alleen hun communicatie, maar ook een belangrijk stuk van hun identiteit af.
Vertaalde verbeelding
Het boek ‘Vertaalde verbeelding’ schetst een nieuw kader rond muzisch ondersteunde taalstimulering in meertalige klassen. Behalve workshopfiches voor muzische klasworkshops bevat het boek ook deelhandleidingen (o.m. voor taal) en worden de voorgestelde activiteiten aan de hand van foto's visueel verduidelijkt. Bij dit boek horen diverse filmfragmenten om de didactisch werkvormen te verduidelijken. PXL-onderzoeksteam taalCULTuur.
‘Vertaalde verbeelding: muzische inspiratie’ is uitgegeven bij Garant in Antwerpen.