Nu meer dan drie jaar verstreken zijn sinds het Brexit-referendum in juni 2016, kunnen we alleen maar vaststellen dat er hoe langer hoe meer met verbazing en ontgoocheling naar het Britse politieke toneel gekeken wordt.
Werner de Saeger, docent internationaal recht PXL
Het lijkt wel op een spel met Russische matroesjka-poppen: van zodra één beslissing genomen wordt in het voordeel van het ene kamp, gebeurt er weer iets anders, of wordt er één of ander regeltje gevonden dat het andere kamp toelaat een initiatief af te blokken.
Na de machtsoverdracht van Theresa May aan Boris Johnson kwam er een radicale ommekeer van strategie. Johnson koos ervoor om niet langer als een behoedzaam beleidspoliticus te trachten om de visies van het Europese onderhandelingsteam te verzoenen met de eisen van het Lagerhuis dat zowat alles afkeurt behalve uitstel. Zijn eigengereide manier van optreden deed soms denken aan een stier die in Brexit dé rode lap stof ziet die kost wat kost bereikt moet worden. Dit harde perspectief leidde ertoe dat Johnson allerlei verklaringen aflegde en initiatieven nam die telkens werden bekritiseerd of weggestemd. Zienderogen zag hij zijn positie verzwakken.
Uiteindelijk kwam hij met een plan om stokken in de wielen van het Lagerhuis te steken om hen te verhinderen de no-deal Brexit verder te blokkeren. Hij sloot simpelweg wekenlang de deuren van het parlement - heiligschennis in het land dat zichzelf als toonbeeld van democratie beschouwt. Het systeem van checks & balances tussen de uitvoerende, wetgevende, en rechterlijke macht, was uit evenwicht gebracht. Daar waar koningin Elizabeth in de context van haar ambt moeilijk anders kon dan formeel de sluiting van het parlement te bevestigen, lag de zaak geheel anders bij het Britse Hooggerechtshof.
De vraag daarbij was niet of de eerste minister het parlement tijdelijk mag sluiten; die vraag kan nog steeds enkel bevestigend beantwoord worden. Het essentiële element was of zijn beslissing tot zo’n lange sluiting op dit moment wel gepast was. Het Hof oordeelde unaniem dat het schorsen van het parlement voor een zo lange periode op een cruciaal moment, zonder voldoende reden, de autoriteit en plicht van het parlement om de regering aan controle te onderwerpen, ondermijnt.
Het is een arrest van fenomenaal belang voor de democratie in Groot-Brittannië want het temporiseert de uitvoerende macht, en beperkt dus de regering in haar doen en laten, en geeft de leden van het Lagerhuis méér impact. Zelfs met de plannen van Johnson om toch zijn visie verder te zetten, en eventueel het parlement toch nog voor enkele dagen te sluiten, komen twee elementen bovendrijven die buiten het Brexit-verhaal van belang zijn: de soevereiniteit van het parlement werd grondig geconsolideerd, en het Hooggerechtshof neemt hoe langer hoe meer de belangrijke taak op van grondwettelijke controle. In een land met een ongeschreven grondwet en een traditie van juridische complexiteit zijn dat mijlpalen, een fundamentele les in de trias politica van Montesquieu.
Rest de vraag hoe het nu feitelijk zit met de Brexit. In diplomatieke kringen hoort men dat er toch nog naarstig naar een last-minute-oplossing mét een akkoord gezocht wordt. Of die ultieme poging tot enig succes zal leiden, en of er werkelijk een Halloween-Brexit zal plaatsvinden, durft vandaag echter niemand voorspellen.
"Een cruciale les in scheiding der machten" - Het Belang van Limburg