De minister van Onderwijs, Ben Weyts, wil in de toekomst in het Vlaamse onderwijs een taalscreening voor kleuters invoeren en de kinderen die niet slagen voor de test, gedurende een jaar lessen in een taalklas laten volgen. Volgens een aantal experten uit de academische wereld en sommige deskundigen uit het werkveld staan taalbadklassen echter niet garant voor een snellere verwerving van het Nederlands door anderstalige kinderen. De aparte begeleiding van anderstalige nieuwkomers in combinatie met gemeenschappelijke lessen blijkt wel een goede aanpak.
In de lerarenopleiding van Hogeschool PXL wordt onderzoek gevoerd naar wat het optimale onthaal van anderstalige leerlingen in het basisonderwijs kan zijn. Wanneer kinderen met een andere thuistaal dan het Nederlands in onze klassen aankomen, is het voor hen erg moeilijk om aansluiting te vinden bij de overige kinderen op school. Het is dan in de eerste plaats belangrijk dat ze de tijd kunnen nemen om te verwerken wat ze hebben achtergelaten en zich goed te voelen bij al het nieuwe wat op hen afkomt. Pas dan kunnen ze de voor hen vreemde taal beginnen op te pikken, en dat gebeurt ook door te communiceren met de kinderen die het Nederlands als thuistaal hebben. De lerarenopleiding lager onderwijs onderzoekt welke aanpak de leerkrachten best hanteren in de klas om de anderstalige nieuwkomers zo snel mogelijk aansluiting te laten vinden bij de reguliere lessen. De inzichten uit dit onderzoek zijn zowel voor de leraren in opleiding als voor het werkveld interessant. Steeds meer klassen krijgen immers met een instroom van anderstalige nieuwkomers te maken. Misschien is de grote vluchtelingencrisis achter de rug en komen er in de volgende jaren minder nieuwkomers naar ons land, maar het worden er nooit meer géén.
In het secundair onderwijs is het systeem enigszins anders, daar worden aparte OKAN-klassen ingericht voor anderstalige nieuwkomers. Sinds een aantal jaar kunnen laatstejaarsstudenten kleuter-, lager en secundair onderwijs de keuzemodule OKAN volgen. Daarin krijgen de studenten een theoretisch luik over onder andere tweedetaalverwerving, meertaligheid en interculturele communicatie, maar worden ze ook snel ondergedompeld in de realiteit via observaties en stage. Op die manier merken ze welke struikelblokken anderstalige leerlingen kunnen ervaren wanneer ze Nederlands leren. Lesgeven in OKAN-klassen is vaak een uitdaging, maar studenten ervaren het als zeer positief. Veel leerlingen boeken immers snel vooruitgang en zijn erg dankbaar.
Ook de derdejaarsstudenten Nederlands worden voorbereid op het lesgeven aan anderstalige jongeren of volwassenen. Ze observeren een les in OKAN of NT2-onderwijs en kunnen in het laatste jaar stage lopen in een klas voor anderstalige nieuwkomers of anderstalige volwassenen. Ten slotte is er ook veel aandacht voor taalontwikkelend lesgeven en worden tips and tricks meegegeven om anderstalige leerlingen te ondersteunen tijdens lessen Nederlands.