Mijn koninkrijk voor een repetitielokaal, in kringen van artiesten doorgaans ‘ons kot’ genaamd. In coronatijden zou het niet meteen verstandig zijn om vijf zwetende, kuchende en brullende muzikanten samen te laten musiceren in een ruimte die doorgaans geen verluchting heeft. Het is dus nog een tijdje wachten op dat magische moment waarop ingesnoerde creativiteit opnieuw een uitlaatklep vindt, allemaal als opzetje naar livepodia en opnamestudios. Dat het gaat knallen ligt zo goed als vast, de buren zijn bij deze gewaarschuwd.
Het was dan ook met een mengeling van hoop en tristesse dat Beeldspraak deze foto aanschouwde. In Hasselt werd namelijk ingebroken in de repetitieruimte van enkele PXL Music-studenten, zowat de ergste nachtmerrie van jonge muzikanten met beperkte financiële speelruimte: dat hun duur gerief, met vaak een extra laag aan sentimentele waarde, in de grijpgrage handen van een ordinaire dief belandt. Waarschijnlijk ook nog eens iemand die amper een Fender Stratocaster van een badmintonracket kan onderscheiden, waarna het instrument zwaar onder de marktwaarde wordt doorverkocht aan een playbackende Koreaanse boysband. Het was zo’n artikel waarin de omschrijving ‘zwaar aangeslagen’ wel degelijk van toepassing was.
Verder herken ik alles wat in deze garagebox te zien valt. Van de elektrische verwarming over het eenzame peertje aan het plafond tot de versleten matten op de koude vloer. Alhoewel, een radiator werd in ons eerste kot beschouwd als overbodige luxe voor koukleumende bourgeois-zoontjes. Tijden veranderen, en maar goed ook. Het kot bevond zich namelijk op de hooizolder van mijn gelukkig toen al dove grootouders, op die helft die we stro- en stofvrij hadden gemaakt. Eventuele verwarming kon enkel door de op de andere helft gestapelde strobalen in de fik te steken - wat ei zo na ook af en toe gebeurde. Om maar te zeggen; een brandverzekering was wel het laatste waar we aan dachten. Een levensverzekering ook. Dat ons materiaal destijds nooit gestolen werd, lag volgens mij aan het feit dat je het kot enkel kon bereiken via een houten ladder die onderaan tussen de brandnetels stond. Onhandig wanneer je een drumstel wilde jatten.
Het maakt de foto er niet minder treurig door. Een repetitieruimte hoort enkel leeg te zijn wanneer de groep op tournee is, tussentijds resultaat van al het werk dat op repetities verzet werd. Een kot hoort niet leeg te zijn doordat het leeggeroofd werd. Ik weet niet welk muzikaal genre de bestolen band tot voor kort beoefende, maar vast staat dat straks hun nieuwe nummers nog een stuk driftiger zullen klinken. Kan nooit kwaad, zoiets.