Help! Mijn kind kijkt porno! De verwachtingen van televisiekijkend Vlaanderen waren terecht hoog. Evi Hansen en haar entourage maakten met Help! Mijn borsten staan online! een relevant stukje televisie over seksualiteit, zo leek het.
Een welkome afwisseling tussen de Temptation Islands en de Dating Nakeds van deze tijd. Gelukkig hebben we onze adem niet te lang ingehouden. Zoeken naar de maatschappelijke meerwaarde in het programma vraagt vaak om een vergrootglas. Het idee dat een klas 15-jarigen binnenwandelen met camera's op de schouder een realistisch beeld kan opleveren van het pornogebruik van Vlaamse jongeren is wishful thinking. Het is spijtig dat bezorgde ouders en jongeren die vragen hebben rond porno, zo op hun honger blijven zitten.
Over porno wordt vaak gezegd dat het inzoomt op extremen en uitzonderingen. Het programma gaat dezelfde toer op. Zo gaat Evi praten met pornoactrices, BDSM sekswerkers en met Pieter, die vertelt lange tijd uren per dag gespendeerd te hebben aan porno. Al deze dingen komen voor in de marge. Ze zijn de uitzondering. Niet de regel.
Even serieus. Natuurlijk komen jongeren in aanraking met porno. Vandaag porno vermijden, kan niet. We lopen allemaal rond met het hele internet in onze broekzak. Vanaf vroege leeftijd kunnen jongeren op een discrete manier online via de eigen smartphone of tablet. Dat ze dus relatief vroeg een eerste keer porno zien, is onvermijdelijk en te verwachten. Enige nuance dringt zich op. Een eerste keer toevallig porno tegenkomen online en een eerste keer doelbewust op zoek gaan naar porno zijn twee verschillende dingen. In studies varieert de leeftijd waarop jongeren voor de eerste keer in contact komen met porno van 10 tot 17 jaar, al naargelang hoe de vraag gesteld wordt.
Wat we wel zeker weten, is dat jongeren een biologisch gestuurde seksuele ontwikkeling doormaken die hen een gezonde nieuwsgierigheid naar seksualiteit doet ontwikkelen. Combineer die nieuwsgierigheid met een smartphone en jonge jongens en meisjes vragen aan Google wat bijvoorbeeld 'beffen' betekent en zien zo al snel hun eerste expliciete seksuele beelden. Jongeren zoeken vaak antwoorden online omdat de juf of ouders weinig tot geen info geven. Ze hebben het gevoel dat zulke vragen niet kunnen aan de keukentafel of veilig zijn in de klas.
In de praktijk zie ik regelmatig dat seksuele problemen te maken hebben met niet weten wat men seksueel opwindend vindt én met het onvermogen hierover met de partner te praten. Hij of zij moest maar eens vragen: “Waarvan ken je dat? En dan toegeven dat ik porno kijk? Dat is om problemen vragen!” Frustratie bij één of beide partners loert al snel om de hoek. Dit voorkomen we niet door jongeren weg te houden van porno. Wat we willen, is dat onze zonen en dochters leren wat voor hen werkt op seksueel gebied en dat ze zich niet geremd voelen hierover met hun partners te praten. Zo krijgen we seksueel gezonde volwassenen. Het recept hiervoor is simpel: praat over seks. Praat met je kinderen over vriendschap, liefde, vrijen en porno. Praat met jongeren op hun niveau over elke vraag die ze hebben. Enkel zo helpen we hun seksuele ontwikkeling vooruit.
Al hebben we nog wat afleveringen te goed, voorlopig ben ik geen fan van deze op sensatie beluste Evi Hansen. Ik zap wel naar Ketnet. Lang leve Dokter Bea.
Sam Geuens klinisch seksuoloog, ethicus & lector aan Hogeschool PXL