Om de twee dagen sterft in België een zwakke weggebruiker. Moegetergde pendelaars wachten tandenknarsend op een trein of bus die veel te laat, of helemaal niet komt. Wie van armoe in de wagen kruipt, belandt niet zelden in één van de monsterfiles die ons land onophoudelijk teisteren. E-steppers worden door nietsvermoedende chauffeurs van het asfalt gemaaid. Rijden we ons ook in 2024 hopeloos vast, of zijn er sluiproutes naar een vlottere, slimmere en vooral veiligere mobiliteit? Humo begaf zich alvast een eind op weg, en keerde – oef! – heelhuids terug met de analyses en adviezen van mobiliteitsexperts op zak.
KRIS PEETERS (lector Verkeerskunde PXL Hogeschool Hasselt) «Tegen 2030 wil de Vlaamse regering de modal shift realiseren: dan mag nog maximum de helft van de verplaatsingen per auto gebeuren. Maar dat percentage is natuurlijk relatief als je weet dat onze bevolking, onze economie en dus ook het aantal auto’s elk jaar groeien: zo reden afgelopen jaar in ons land 3,7 miljoen personenwagens rond, 700.000 méér dan in 2006. Als de economie 2 procent groeit, neemt het aantal gemotoriseerde verplaatsingen toe met 1 procent. We blijven de capaciteit van onze wegen uitbreiden om de filedruk te verlichten – denk aan Oosterweel en de verbreding van de Brusselse ring – maar dat heeft slechts een kortstondig effect: het duurt niet lang voor ook die nieuwe wegen weer dichtslibben.»