We begonnen deze week met de mededeling van onderwijsminister Hilde Crevits dat er een databank komt die de examenresultaten van alle studenten hoger onderwijs nauwkeurig bijhoudt. Wie van studierichting verandert mag er geen voordeel meer uit halen door aan een andere hogeschool of universiteit te gaan studeren.
Heel even leek het of de klopjacht op de eeuwige student werd geopend, de student met voetbaluitslagen die liever aan de toog hangt dan aan de lippen van de docent. En ook de klopjacht op de student die er bij zijn eerste examens niets van bakt. Want, zo blijkt, die zal er later toch niets van bakken. First impressions never fail. Cijfers liegen nooit. Toen moest ook de student die in de verkeerde richting zit eraan geloven. Toelatingsproeven, en streng optreden leken volgens sommigen de ultieme oplossing. Ondermaats presterende studenten waren eventjes de waan van de dag.
Ik moet zeggen dat zelfs in het beste studentenrestaurant de soep nooit zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend.
De eeuwige student bestaat, maar gelukkig is de wereld er niet zo rijk mee bezaaid. Een groter probleem is de student die het moeilijk heeft omdat hij of zij de verkeerde studierichting heeft gekozen.
Te veel studenten maken een foute studiekeuze, en die studenten zouden maar beter snel in een juiste richting terechtkomen. Iemand een jaar laten uitzitten - of uitzweten - in een verkeerde studierichting is morsen met talent. Onaanvaardbaar, als je weet dat het werkveld schreeuwt om hoger opgeleide professionals, zelfs in tijden van crisis.
Het hoger onderwijs is geen supermarkt, een hogere opleiding is geen commercieel product dat je van een schap neemt en afrekent aan de kassa. Naast onderwijs verstrekken is het onze opdracht studenten te begeleiden, oriënteren en waar nodig heroriënteren naar een andere richting.
Binnen Hogeschool PXL starten we vanaf volgend jaar met een oriënteringstraject. Drie lichtjes zullen waken over het studiesucces van de eerstejaarsstudent. Samen vormen ze een baken dat de student door het hoger onderwijs moet loodsen. Het zijn geen stoplichten, maar lichtjes die de student wakker maken en uitnodigen om begeleiding of advies in te winnen.
Bij het eerste lichtje gaan we kijken naar de vooropleiding. Sommige opleidingen uit het secundair onderwijs sluiten beter aan op bepaalde opleidingen in het hoger onderwijs dan andere. Ook het advies van de klassenraad speelt hierin een rol. Secundaire scholen kennen hun leerlingen, en het advies dat zij geven voor verdere studies is dikwijls een goede graadmeter.
Het tweede lichtje bewaakt de motivatie van de student en zijn of haar studiemethode. Dit zijn de belangrijkste succesfactoren in hoger onderwijs. Om grotere hoeveelheden leerstof te verwerken en goede vaardigheden aan te leren moet je gemotiveerd zijn en efficiënt kunnen studeren.
Ten slotte vormen de resultaten van de eerste examenperiode het derde knipperlichtje. Op dat moment hebben studenten een goed beeld waar ze met hun studies staan. Bindende maatregelen bewaren we voor later, wanneer we ook zeker zijn dat ze op dat moment nodig zijn.
We kiezen dus voor een zachte hand, en willen studenten leren kennen om hun goed te adviseren. Sommige studenten hebben wat meer tijd nodig. Talent is een beetje zoals wijn, en bestaat in evenveel soorten. Vaak komen talenten vroeg naar boven, maar soms hebben ze wat rijping nodig.
Goed oriënteren en heroriënteren zijn dus sleutelwoorden voor hogescholen en universiteiten. Hiervoor is ook de uitbouw van het Hoger Beroepsonderwijs (HBO5) een voorwaarde, maar dat is een verhaal voor een volgende keer.